"Ter voorkoming van gedruisch op den Hof, mogen 'r geene haanen noch honden gehouden worden. Ook mogen 'r geene vriendinnen der Begijnen of anderen vernagten, zonder verlof van meesteressen: en knegtjes, die boven de drie jaaren oud zijn, in 't geheel niet."
Deze tekst maakte onderdeel uit van het reglement van orde uit de 18e eeuw waar iedere Begijn zich aan diende te houden.
Als u door het poortje aan het Spui het Begijnhof betreedt, moet u eens letten op de kraagsteentjes, die links en rechts de bogen steunen en versieren. Men zal er de afbeeldingen vinden van naar buiten gerichte hollende knaapjes, wegtrippelende haantjes en hondjes, juist hen, wie het verboden was het Hof te betreden.
Er mochten dus geen hanen het Begijnhof betreden, maar over kippen werd niet gerept. In de jaren 1930-32 heeft in de tuin van de pastorie een tijdlang een knus kippenhok het brandschone kleine Hof gesierd. Nu was dit al iets wat de gemoederen bezig hield, maar het werd nog erger toen de pastoor meende er ook een haan bij te moeten nemen. Het Begijnhof was in rep en roer en diverse dag- en andere bladen weidden er artikelen aan.
De bekende tekenaar Jo Spier maakte in 1932 een tekening waarop een haan zich op de voorgrond manifesteert en Clinge Doorenbos schreef op 28 februari 1932 in de Telegraaf het hiernaast afgebeelde vers: Vrijdag heb ik een oproep gedaan bij Radio Noord-Holland, bij de "Hulplijn" of er ook luisteraars zijn die een foto of prentbriefkaart hebben uit de jaren 30 met hierop een kippenhok op het Begijnhof te Amsterdam en maandag is Hans van Willigenburg bij RTVNH hierop teruggekomen. Helaas, het was geen foto van het kippenhok, maar het hek dat om het tegenwoordige grasveld stond.
En nu maar weer verder zoeken.